dinsdag 6 november 2012

Gaasweefsels


Onlangs vielen me een drietal torens in Stad op: alle strak verpakt in gaasweefsel rond steigerwerk.

Onderhoud, daar is het hier allemaal om te doen.

De toren van het Academiegebouw wordt opnieuw gestuukt, gevoegd en geschilderd. 




Voorts wordt de betrouwbaarheid van de bliksemafleider uit den treure getoetst. Deze liet het in 1906 fiks afweten. Het toenmalige gebouw brandde tot de grond toe af. Op de fundering ervan werd het huidige gebouwd. Restauratie of niet, het carillon riedelt er op de geprogrammeerde tijden als altijd maar weer vrolijk op los.

De Jozefkerk is een ontwerp van architect P.J.H. Cuypers. Amsterdam Centraal Station en het Rijksmuseum. Dat werk.



In 1989 is de kerk integraal door Monumentenzorg gerestaureerd. Drieëntwintig jaar later is gebleken dat daarbij enkele werkzaamheden slecht zijn uitgevoerd. Bepaalde, functionele loden plaatjes in het houten hekwerk rond de wijzerplaat zijn destijds bijvoorbeeld met simpele tie-rips vastgezet. De rek is er nu letterlijk uit. Duiven vreten aan alles wat los en vast zit. Voor de veiligheid van passanten en voor die van de kerkgangers wordt nu een en ander nagelopen en zorgvuldig aangepakt. Een en ander geschiedt in eigen beheer van het diocees Groningen. De subsidie van toen is er eigenlijk immers een van gisteren.

Helpman, Coendersweg.

De Helperkerk (1900) van de hervormde gemeente heeft een uitstraling van niks. 


Mijn jongste dochter Juliette, genesteld in het zitje aan het stuur van mijn fiets, wuifde altijd naar de Vliegende Man, een beeld dat deze kerk, frontaal gezien vanuit de Helperkerkstraat, haar kinderlijke fantasie opriep.

Op basis van historisch kleuronderzoek en originele bouwtekeningen wordt deze kerk gerestaureerd naar haar oorspronkelijke, bescheiden allure. In de schaftkeet van de schilders treffen we een helder plan van aanpak: 



Een Vliegende Man: zo jong ze was, zo raak ze keek.