donderdag 29 november 2012

Wibi


Het Noord Nederlands Orkest bestaat 150 jaar, maar goed beschouwd eigenlijk ook weer niet.

Bezuinigingen dwongen in 1989 het Frysk Orkest uit Leeuwarden en het Noordelijk Filharmonisch Orkest uit Groningen tot een fusie. Dit NFO kwam voort uit het ‘Orchest der Vereeniging De Harmonie’, het eerste symfonieorkest van Nederland, dat in 1862 werd opgericht, 150 jaar geleden.

Voilá.

Naast een jubileumconcert vraagt een verjaardag als deze om een feestelijk logo. 

Het werd er een dat deugt en er toe doet:


Hoe je het wendt of keert, het is sierlijke, grafische vormgeving.

En dan de feestmuziek.

Naast werk van de Nederlandse componist Kuiler en de Hongaar Béla Bártok werd het tweede pianoconcert van Rachmaninov opgevoerd.

Rachmaninov componeerde er vier. Alle zijn me even lief: de smachtende romantiek van de negentiende-eeuwse Russische ziel wordt per strekkende millimeter muzikaal verbeeldt. Soms zware kost.

Fysiek was Rachmaninov flink uit de kluiten gewassen. Zijn handen waren er dan ook naar. Dit heeft consequenties voor de uitvoering van zijn pianocomposities door vele anderen. De spreiding van een bepaald akkoord is vaak zo groot, dat iemand met wat kleinere handen de betreffende toetsen onmogelijk synchroon aan kan. Toch vinden pianisten daar handige trucjes op, maar een goede luisteraar verneemt toch de nuance.

Hoe dan ook, deze pianiste draait voor een en ander haar handen niet om: 


Wibi Soerjadi speelde tot voor kort eigenlijk alleen in het commerciële circuit. Dat heeft hem geen windeieren gelegd. Nooit troffen we hem in een gesubsidieerd orkest. Maar toch: vanavond wel degelijk bij het NNO. De bladen zeggen dat hij moet bijklussen om zijn financiën weer wat op orde te krijgen.

Ik weet het niet.Het zal zo zijn.

De billboards, geplaatst rondom lantaarnpalen en aangebracht aan abri’s, lieten in Groningen aan duidelijkheid niets te wensen over: een gefotoshopt virtuoos, die wat indringend maar minzaam de lens zoekt. Dat gaat hem goed en glanzend af.


Aldus opgepoetst zette hij zich achter de achter de vleugel. Het moment waarop zijn voeten de pedalen hadden gevonden, vielen de warmrode sokken op die hij droeg.

In de dynamiek van zijn spel zag je soms heel even een klein rood driehoekje tussen de panden van zijn donker violet jacquet. Zijn onderbroek. Het waren haast intieme momenten wanneer je dit vluchtig zag.

Gaandeweg bedacht ik dat een ordinaire, rode stretchbroek onder zijn chique kostuum dit zou kunnen verklaren. En waarom eigenlijk ook niet?

Het was een concert om niet gauw te vergeten. Soerjadi liet met zijn wat trage, theatrale armbewegingen en betoverende handen Rachmaninov horen zoals het hoort. Ondanks zijn tenger en klein postuur kon hij Rachmaninov met gemak en verve aan.

Subliem.

De vanzelfsprekend niet geprogrammeerde toegift was een fraaie verrassing. 
Ik weet het niet, maar het leek een nocturne van Chopin, met een melodielijn die me heel sterk deed denken aan de tristesse en melancholie van zijn ‘Souvenir de Paganini’: https://www.youtube.com/watch?v=cprdfSq5Yi8

Na de pauze werd men op dissonante klanken en impressies van Bártok getrakteerd. Na Rachmaninov’s Tweede Pianoconcert konden deze me gestolen worden.

Op de fiets naar huis herinnerde ik me een subtiel liedje dat Juulz in groep 3 vaak zong. Ze huppelde en danste er zo vrolijk bij:
                     
                     Een aapje, een aapje,
                     Kijk eens goed,
                     Wat voor kunstje of het doet:
                     Een sprongetje hier, een sprongetje daar.
                     Nu is het met zijn kunstje klaar.

Niet Wibi, maar dit riedeltje liet me de rest van de avond niet meer los.



 





woensdag 7 november 2012

Moslima d'Alma



Iedere herfstvakantie bezoeken we Parijs.

Niet eerder deden  we een rondvaart op de Seine. Daar moest het dan ook toch maar eens van komen.

We scheepten in bij de Pont d’Alma, de brug waaronder de tunnel waarin Prinses Diana in 1997 jammerlijk te pletter werd gereden. Knullige en verweerde memorabilia getuigen van bewonderaars die deze plek, na al die jaren, onlangs maar weer eens aandeden.

Goed. De rondvaart.

Les Bateaux-Mouches.

Het was een warme dag. Hier en daar werd in Parijs 25 graden Celsius gemeten. We zaten dan ook met zijn allen op het open bovendek van de rondvaartboot.

Goed beschouwd voer deze niet rond. Dat doet deze bijvoorbeeld wel in Groningen of Amsterdam, maar de brede Seine, die dwarrelt wat van oost naar west door Parijs. Rondvaren is dan ook niet aan de orde. We gingen een paar kilometer heen én weer.

Sommige dingen vallen niet op, maar ineens, dan zijn ze er!

Een ferme man, sterk en gespierd in een vlot, oranje shirt. De riem van zijn fototoestel schuurt in zijn nek. Maar die kan veel verdragen. Naast hem zijn vrouw, een moslima in optima forma. Verfijnd en chic gekleed met veel bling-bling. Haar linker pols verraadde een haut-couture horloge van Pierre Balmain. De Samsung Galaxy Note hield haar voortdurend bezig.

Zo klein ze was, zo veel had ze te verbergen. Zoals gezegd deed ze dit in een geraffineerde stijl. Wat resteerden waren haar ogen die schuil gingen achter een zonnebril van Gucci: grote, bolle, bruingroene glazen.

Bepaalde insecten ogen zo.





Maar goed, ineens hield de dame haar boerka voor gezien. Achteloos wentelde ze deze dan ook weg.

En dan zit er van het een op het ander moment een andere vrouw. 




We wisten niet wat er van te denken, maar van enig vertoon van exhibitionisme, hardcore moslima's onwaardig, daar konden we de dame in kwestie niet van betichten.







dinsdag 6 november 2012

Gaasweefsels


Onlangs vielen me een drietal torens in Stad op: alle strak verpakt in gaasweefsel rond steigerwerk.

Onderhoud, daar is het hier allemaal om te doen.

De toren van het Academiegebouw wordt opnieuw gestuukt, gevoegd en geschilderd. 




Voorts wordt de betrouwbaarheid van de bliksemafleider uit den treure getoetst. Deze liet het in 1906 fiks afweten. Het toenmalige gebouw brandde tot de grond toe af. Op de fundering ervan werd het huidige gebouwd. Restauratie of niet, het carillon riedelt er op de geprogrammeerde tijden als altijd maar weer vrolijk op los.

De Jozefkerk is een ontwerp van architect P.J.H. Cuypers. Amsterdam Centraal Station en het Rijksmuseum. Dat werk.



In 1989 is de kerk integraal door Monumentenzorg gerestaureerd. Drieëntwintig jaar later is gebleken dat daarbij enkele werkzaamheden slecht zijn uitgevoerd. Bepaalde, functionele loden plaatjes in het houten hekwerk rond de wijzerplaat zijn destijds bijvoorbeeld met simpele tie-rips vastgezet. De rek is er nu letterlijk uit. Duiven vreten aan alles wat los en vast zit. Voor de veiligheid van passanten en voor die van de kerkgangers wordt nu een en ander nagelopen en zorgvuldig aangepakt. Een en ander geschiedt in eigen beheer van het diocees Groningen. De subsidie van toen is er eigenlijk immers een van gisteren.

Helpman, Coendersweg.

De Helperkerk (1900) van de hervormde gemeente heeft een uitstraling van niks. 


Mijn jongste dochter Juliette, genesteld in het zitje aan het stuur van mijn fiets, wuifde altijd naar de Vliegende Man, een beeld dat deze kerk, frontaal gezien vanuit de Helperkerkstraat, haar kinderlijke fantasie opriep.

Op basis van historisch kleuronderzoek en originele bouwtekeningen wordt deze kerk gerestaureerd naar haar oorspronkelijke, bescheiden allure. In de schaftkeet van de schilders treffen we een helder plan van aanpak: 



Een Vliegende Man: zo jong ze was, zo raak ze keek.