woensdag 27 april 2016

Koninginnedag 2009

Eind april 2009 verbleven we in Rome. Het was onze eerste kennismaking met de Eeuwige Stad. Geschiedkundig en architectonisch allemaal reuze interessant, maar Parijs heeft, wat mij betreft, daaromtrent betere papieren.

Niettemin valt er in Rome veel te beleven. Nadat we het Pantheon hadden bezocht, een bouwkundig verbluffende koepelconstructie, vervolgden we onze weg naar de volgende culturele attractie die Rome ons te bieden had. Daarbij passeerden we een internetcafé. Tegenwoordig een gedateerd verschijnsel, maar destijds een oase voor de immer onstilbare digitale dorst. We moesten het daar dan ook maar even flink van nemen.

Toen we beiden goed en wel voor het beeldscherm zaten om mail en overige na te lopen bleek onze dochter Ruth, toen vijftien jaar, zich over de camera te hebben ontfermd. Vanaf de straat maakte ze deze foto. 


We lezen het nieuws over de aanslag die een doorgedraaide, doldrieste gast met een zwarte Suzuki Swift het in Apeldoorn op de bus van het Koninklijk Huis had gemunt. De Oranjes kwamen er genadig en zonder kleerscheuren van af, maar voor veel anderen pakte dit fataal en tragisch uit.

Schrik, verbijstering en ongeloof. 

De foto zegt het.


donderdag 21 april 2016

Azienda Municipale Trasporti


Catania is een van de grotere steden op Sicilië. Driehonderdduizend inwoners maar liefst. We kwamen er aan op International Airport Catania. Dan ben je ter plaatse aangewezen op voet, fiets, trein en bus.

Al gauw hadden we de bus te pakken die ons naar het centrum van Catania zou brengen. Onderweg informeerden we bij de chauffeur naar de buslijn die de straat van onze vakantiewoning zou aandoen, Via Curia. De man flapperde wat met zijn oren, vervolgde zijn route en zette ons onderweg af op een leeg, troosteloos plein, waar zich een klein hokje bevond voor de chauffeurs van de AMT, de plaatselijke busmaatschappij. De mannen deden er zich tegoed aan gekoeld water, een rokertje hier en ratelende kletspraat daar. Vrouwen heb ik tijdens ons verblijf in Catania niet achter het stuur van een autobus kunnen betrappen. Siciliaanse mannen claimen kennelijk dit soort veronderstelde macho-beroepen.

Maar goed, bij genoemd hokje moesten we het maar vragen. De mannen daar zouden het vast wel weten. Via Curia: ja, de een had er wel eens van gehoord, maar waar, dat was die kwijt. Anderen begrepen mijn vraag niet, wat ik kon begrijpen. Italianen spreken over het algemeen slechts hun eigen taal. Een chauffeur die de straatnaam Via Curia toevallig opving nodigde ons uit in zijn lege bus, lijn 721. Na twintig minuten kachelen en hobbelen wees hij ons naar de straat waar het ons om te doen was: ‘Honderd meter teruglopen, oversteken, vooral voorzichtig daarmee en dan meteen naar rechts: Via Curia.’

Op zijn Siciliaans.

Grazie mille.

Via Curia is een zijstraatje van de Viale M. Rapisaldi, een hectische verkeersader die in het verlengde ligt van de Viale Regina Margaritha. Italiaanse straten hebben vaak poëtische, heroïsche en historische verwijzingen. Dat zien we ook hier maar weer. Maar het geraas van stinkende auto’s en knetterende brommers ontnam er iedere charme van.

We verblijven enkele weken in Via Curia en wel in een klein, maar fijn appartement. Even de hoek om biedt de straat een panoramisch uitzicht op de actieve vulkaan Etna. Dat was een spannend gegeven. En dat bleef het.

De AMT beschikt over veel bussen en wel in drie afmetingen: klein, groter en groot, alle in dezelfde idiote huisstijl, een combinatie van vijf verschillende kleuren. In afwachting van onze bus schoot ik wat foto's, geometrische abstracties.


Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt zou je veronderstellen dat de AMT haar uiteenlopende vervoerscapaciteiten functioneel inzet. Dat bleek niet het geval. De bussen gaan hun eigen gang, wars van welke dienstregeling dan ook. Het raadplegen van een busboekje, waarin je alle buslijnen aantreft met daarbij de exacte aankomst- en vertrektijden, daarover beschikte de AMT niet. Juridisch sterk: als busmaatschappij geef je nooit formeel aan dat je, waar dan ook, ergens een bus mocht verwachten. Dit maakt klachtenprocedures hieromtrent onzinnig.

Niettemin waren alle bushaltes voorzien van informatieve matrixborden die op de minuut nauwkeurig aangaven wanneer een bepaalde bus bij betreffende halte zou arriveren. De bus communiceert digitaal met de halte. Zou je denken. Maar het deugde van geen kant. Lijn 433 en lijn 721 reden bij ons om de hoek naar de Via Etnea. Vanaf daar duizelt het van busnummers waarop we kunnen overstappen naar centro storico, onze dagelijkse bestemming. Feit is dat 443 en 721 onze halte nauwelijks aandoen. Wachttijden ter plaatse van minstens een half uur zijn gebruikelijk. Het zelfde geldt voor de terugrit. Overigens bleek de 721 dat weekend te zijn gewijzigd in de 621, een bus die we die avond twee keer hebben laten lopen omdat dit nummer niet in ons zelf samengestelde busboekje voorkwam.



Bij het eindeloos wachten zwierden gierzwaluwen rusteloos alom en van hot en naar haar. Met hun indringend gepiep maakten deze de zomer nog meer zomers dan dat deze daar in Catania al was.