woensdag 6 februari 2013

Eurosonic / Noorderslag 2013


Noorderslag begon in 1986 als een muzikale confrontatie tussen Nederlandse en Belgische bands. Inmiddels is het uitgegroeid tot het belangrijkste Nederlandse muziekfestival. Vanaf 1993 werd Noorderslag hier en daar wat uitgebreid met een Europese avond: Eurosonic.  In de loop der jaren is deze geworden tot wat het nu in feite is: een internationaal showcase festival waar gedurende drie avonden medio januari ieder jaar maar weer op ruim dertig podia in het centrum van Groningen 300 bands, aanstormend talent en de fine fleur van de Europese popmuziek zich in de kijker speelt van professionals in de muziekindustrie: boekers, producers, festivalorganisatoren, maar vooral ook van degene waar het uiteindelijk om draait: de heuse popliefhebber.

Eurosonic laat zich het best kenmerken als het SXSW van Europa.

Een festival als Eurosonic / Noorderslag, overigens altijd maar weer in één adem genoemd, vraagt om visuele herkenbaarheid. De organisatie gaf een grafische studio dan ook in 2002 opdracht een logo te ontwerpen dat de dynamiek van het festival treffend moest verbeelden. Men kwam op de proppen met het sterk beeldmerk,  zoals we dit nu al die jaren al kennen:



Wat de mensen niet weten is, dat hier sprake is van schaamteloos plagiaat en wel van het logo van de uit de muzikale underground van Boston afkomstige band The Pixies. Het betreft hun ontwerp uit 1987.



Woensdagavond 9 januari 2013, Huize Maas: Jake Bugg.

Maar eerst wat meer over het etablissement.

Van oorsprong is Huize Maas een dansschool met een klassieke ballroom: een strak gelegde hardhouten dansvloer en aan weerszijden ervan in de volle lengte op iets verhoogd niveau geplaatste tafeltjes en stoelen, waar men tijdens de avond verpozing zocht, waar je verwachtingsvol wachtte op het moment waarop je ten dans werd genodigd en waar de eenzame muurbloempjes zich stil verbeten. Hoewel een en ander wat is veranderd waan je je er nog steeds in de jaren van quickstep, Engelse wals, tango, petticoat en vetkuif.

Voorjaar 1977. Even voordat ik er naar binnen ging voor het concert dat de Sex Pistols er zouden geven, ontwaarde ik in een op de Vismarkt geparkeerd Volkswagenbusje Johnny Rotten. Ineengedoken en met vlammende, starende ogen, een verdwaasde blik en cynische grijns verdeed hij zijn tijd. Het regende druilerig. Dat maakte het beeld compleet.

Het werd een avond om nooit te vergeten.

Enkele maanden later verzorgden de Talking Heads het voorprogramma van de Ramones. Muzikaal gezien een ondenkbare combinatie. Vooruit: beide uit de USA. Daarmee houdt iedere vergelijking op. De belettering op het affiche, dat fraai ingelijst al jaren onze overloop siert, laat aan duidelijkheid niets te wensen over hoe destijds de onderlinge muzikale verhoudingen lagen.



En nu Jake Bugg in Huize Maas.

Roem is deze Britse singer-songwriter in de media vooruit gesneld. Sommige kwalificeren hem als een toekomstige legende. Aan ronkende recensies die hem ten deel vielen kon ik, en velen met mij, niet omheen. We hadden ons die avond dan ook ruimschoots voor aanvang van zijn optreden in Huize Maas ingegraven. De muzikale act daarvóór namen we op de koop toe.

Vanaf de rechterzijde van het podium had ik op, pak weg 10 meter, zicht op deze achttienjarige muzikale belofte. Zijn pose was cool, nonchalant en afstandelijk, een houding die hem, zo jong en zo fris, niet past. Een basgitarist en een drummer completeerden zijn instrumentarium, maar muzikaal voegden zij niets toe aan datgene wat Bugg ons ter ore bracht.

Even gingen mijn gedachten naar Woody Guthrie. Op de klankkast van zijn gitaar had hij de tekst ‘This machine kills fascists’ aangebracht. Meer dan zijn gitaar had hij niet nodig voor zijn krachtige statements. 

De volgende avond wachtte het concert van Jacco Gardner in de glorieuze bovenzaal van Huis de Beurs.

Gardner wordt internationaal gezien als een grote belofte. Een muzikant, producer en songwriter van 24 uit Zwaag, een dorp ergens in Noord-Holland. De Volkskrant, NRC-Handelsblad, The Guardian, New Musical Expres en Pitchfork berichtten lovend over hem. De teneur liet zich samenvatten als 'Neerlands Hoop voor 2013'.

Bugg put vooral uit het repertoire van de Amerikaanse blues, Dylan, Beatles, Donovan en Drake. Gardner laat zich óók sterk inspireren door dit soort muziek uit de jaren ’60 en ’70, maar dan nét even door die anderen. Zijn stem doet bijvoorbeeld denken aan die van Syd Barrett en zijn warme, melodieuze composities aan die van Brian Wilson.

De jeugd heeft altijd de toekomst. Ook muzikaal. Dat zal nooit anders zijn.

Reikhalzend zie ik uit naar de wijze waarop beider carrière zich ontpopt.

On verra.