Rex Gildo was een Sanger
uit de Duitse sentimentele schlagermusik van
de jaren ’60 en ’70, een muzikale volkscultuur die bekend staat als Die Weiche Welle. Niets treffender dan
deze slappe Duitse woorden kenmerken deze muzieksoort.
Gildo was in die tijd met zijn verleidelijke
lach, zijn parelwitte gebit, zijn door zonnebank gekleurde huid, zijn strak
zwart kapsel en zijn klare, blauwe ogen het toonbeeld van goed fatsoen en zorgeloze
vrolijkheid. Kortom, de schoonzoon die ieder zich vooral zou wensen. Maar
intussen bleek het tieneridool ook de stille nicht. Kortom, vorm en inhoud, die deugden maar half. Of misschien
wel veel minder dan dat.
Aan vergankelijkheid, daaraan ontkomt geen mens. Zelfs Rex Gildo niet. Dit existentiële feit
deprimeerde hem in de jaren ’80 ernstig, evenals de fors afnemende verkoop van
zijn muziek. Optredens voor plaatselijke bedrijfsfeestjes, meubelboulevards,
feesttenten en het openen van een nieuwe vestiging van een Aldi hier of een Lidl daar,
die hielden hem op het laatst financieel op de been. Een glanzende carrière eindigde
in 1999 in tragische treurnis met een duik uit het badkamerraam van een hotel
in München .
Ik pluis zo af en toe in de verrassende stoffigheid van tweedehands. Onlangs trof ik er een lp,
waarvan de hoes me frappeerde.
In de zomer van 1978 verscheen Darkness on the Edge of Town, het onovertroffen pièce de résistance van Bruce
Springsteen: stevig dichtgetimmerde spierballenmuziek die wisselde met melancholische,
troostrijke ballades. Een jaar later kwam Rex Gildo met Komm nach Haus op de proppen. Het is een zorgvuldig geproduceerd allegaartje
van dijenkletsers, zigeunermuziek en Schlagers.
Andere Mannen. Andere Werelden. Andere Werken.
Ik loop beide hoezen even na.
Met de kraag stoer en ferm omhoog staan beiden iets rechts van
het midden, de een voor een achtergrond van dichtgeklapte luxaflex, de ander
voor een verticale wand van vurenhouten schrootjes. De handen verkiezen min of
meer dezelfde positie. Ook de afsnijding van de foto is dezelfde: rakelings boven
het hoofd en aan de onderzijde rond het middel. Een pluizig plukje haar siert hun beider voorhoofd. Gestileerde
nonchalance.
Dan bekijken we de achterzijde.
We zien allereerst de nadrukkelijke vertikaal ter
rechterzijde. Beiden kiezen met slechts het bovenlichaam en het V-halsje de
middenpositie. Hun ogen zoeken de camera: Springsteen met achterdocht, Gildo behaagzuchtig.
En alsof het allemaal niet op kan, blijkt de plek van de belettering identiek.
Kortom, nicht Gildo imiteert
het meesterwerk van macho Springsteen schaamteloos
in beeld en typografie. Juridisch zou men kunnen zeggen dat Gildo
zich door Springsteen liet
inspireren: hij citeert. Anderen zullen het eerder als plagiaat kwalificeren. Hoe dan ook, gelukkig bleef het uiteindelijk bij deze visuele
knipoog. Méér dan deze zou niet te verteren zijn geweest.
Het was Rex geraden.