We verblijven in Catania, gelegen aan de oostkust van Sicilia, aan de Mare Ionio.
Waar je ook bent, de
actieve Etna is nooit ver weg. In de
loop der eeuwen en tot recent heeft deze een zichtbaar spoor van vernietiging
en verderf achtergelaten. Door de bewoners wordt deze grootste vulkaan van
Europa zowel gekoesterd als gehaat.
Van een hele andere, een aanzienlijk minder spectaculaire orde is Arcobaleno.
Het is het strandje ten zuiden van Catania, dat we boven al de overige verkiezen.
Arcobaleno, daar kan de Nederlandse
vertaling Regenboog qua melodie, klank en uitspraak nooit tegen op.
Arcobaleno onderscheidt zich van de overige strandgelegenheden met een goed
geoutilleerd, commercieel strand waar je beschikt over lekker verende en verstelbare
ligstoelen, een royale parasol plus tafeltje. Zon, zee en rust, die doen
de rest.
Maar met dat laatste lijkt
het voorlopig gedaan. De maand augustus is immers begonnen. Het is de maand van feria voor Italiƫ. Ook voor Sicilia. Bouwvak in goed Nederlands.
Drommen gezinnen bevolken het strand. Kleuters drammen, jengelen en krijsen. Hun tiranniek gedrag
wordt voor je neus aangeleerd en versterkt. Een corrigerende tik op de wangen
of bestraffend getrek aan de oren, het werkt allemaal voor geen meter. Gejammer
en verdriet, het gaat onverdroten voort. Voor de ouders resteert kennelijk
niets anders dan het opsteken van een sigaret. Hoe anders dan laissez-faire noemen we een pedagogische
houding als deze?
En dan.
Ik kijk rond en verwonder
me over veel te dikke, kleine kinderen. Een taalfilosofische vraag: zie ik veel
te dikke, kleine kinderen of veel kleine kinderen die te dik zijn? Het antwoord
doet er niet toe: om beide categorieƫn kun je moeilijk heen. De mensen zeggen
wel eens dat lichaamsgewicht correleert met sociale klasse. Kort door de bocht:
indien sociaal-economisch wat zwakker, dan fysiek wat zwaarder. Bij wat ik
vanuit mijn strandstoel signaleer heb ik mijn gedachten.
Intussen zien we nog zo
veel meer.
Het strand biedt ons een
bonte staalkaart van wat tatoeage de
mensen zoal te bieden heeft. Sekse of leeftijd, het doet er allemaal niet toe. Onbeschroomd etaleert men verlies, liefde of anderszins op subtiele wijze. Alleen zichtbaar in de slaapkamer en op het strand. Het is duidelijk dat de schiffmachers
van deze wereld ontegenzeggelijk verfijnde kwaliteit in hun werk aan de dag weten te leggen. Het is kunst die levenslang beklijft. Kom daar maar eens om.
En dan de verbluffende
coiffures van de jonge jongens en van de jonge mannen. Ze laten zich een kapsel
aanmeten van hun favoriete voetballer uit de Serie A. Met fantasierijk geknip, gekam en gescheer loop je er al
gauw bij als idioot. Als voetballer.
Het moet allemaal niet
gekker worden.
Op Arcobaleno staan 161 geschakelde lilliputterhuisjes van circa 4 x 4 m , inclusief veranda. Strak blauw
geschilderd, hier en daar wit afgebiesd. Complete gezinnen uit de regio slijten
er hun ellenlange vakantiedagen. Het volkse leven pakt hier gewoon de draad
weer op. Goed beschouwd is het een soort vakantiekamp, waarbij iedere leeftijdsgroep
toegesneden wordt bediend: disco en dans, spelletjes en knutselen, een gokkast
hier, een andere daar, een variatie aan balspelen, een ristorante op basis van de Siciliaanse volkskeuken, een pizzaoven
op houtvuur en een complete bar.
Pubers en homo’s, bazige mamas en slappe mannen, peuters en
kleuters, allen die enige reuring geven doen dat hier in het kwadraat. Rumoer,
ruzie en liefde, het strand en zand van Arcobalene is het onze geworden.
Aan de achterzijde van
deze wervelende wereld fotografeerde ik vijf vrijstaande huisjes.
Niets blijkt wat het lijkt.