Seydou Keita is
een Malinees voetballer, een grootverdiener bij AS Roma. Van veel grotere betekenis
en verdienste is naam- en landgenoot Seydou
Keïta (1921-2001), een autodidactisch fotograaf. Om kosten te besparen nam
hij van iedere scene die hem intrigeerde slechts één foto. In de beperking
toont zich de meester. Keïta wordt de vader van de Afrikaanse fotografie
genoemd en hij geldt inmiddels als een van de grootste fotografen van de
twintigste eeuw.
De Franse kunsthistoricus André Magin schreef een boeiend artikel over Keïta in Vrij Nederland van
17 mei 1997. Daarbij werd onder meer deze foto geplaatst.
De avond is hitsig. Broeierig wordt de nacht. Rechts
kalmeert de jongeman met bedarende gebaren de dame. Zij wendt haar hoofd resoluut
van hem af: ze is niet gediend van praatjes. Zeker niet van de zijne. Wel van
andere koek. Ze priemt haar rechtervoet- en knie tussen die van hem. De achter flank
van de Peugeot 404 biedt stevige steun bij haar intenties. De kurken plateauzolen
van haar sandalen komen goed van pas, maar net niet afdoende. Was ze net iets
lager tegen het spatbord gaan leunen, dan was het raak geweest.
De flits overvalt de jongelui die aan de achterzijde van de
404 hun dingen doen, dingen die men het liefst de duisternis toevertrouwt. Ben E. King bezong een sensualiteit als deze
treffend in zijn soulklassieker Stand by
me (1961):
When the
night has come and the land is dark
And the moon
is the only light we see
No, I won’t
be afraid, oh, I won’t be afraid
Just as long as you
stand, stand by me.
Dan is daar ineens Keïta. Zoals gezegd maakt hij waar dan ook slechts één foto. Maar waarom hier én op dit moment?
Met zijn ferme rechterhand optimaal gespreid drukt de
jongeman verschrikt zijn meisje beschermend tegen zijn borst. Hoewel het flitslicht
de rituelen plots en hinderlijk verstoort, biedt dit wel de mogelijkheid de 404
nader te inspecteren.
Het is een oud exemplaar: op beide achterbanden treffen
we geen enkel profiel meer aan: het lijkt als of de wagen op zijn binnenbanden staat.
De 404 is er een van het eerste bouwjaar: de stootsteunen hebben geen rubber
kussentje, je ziet het aan de kleine, nauwelijks waarneembare ronde reflectors op het achterscherm en aan de kale raamstijlen in het interieur die niet met kunststof zijn bekleed.
Maar ook aan de uitlaat die bij dit eerste type net iets rechts van het midden
was geplaatst. Waarom deze hier met ongeveer een halve meter is verlengd is
overigens volstrekt onduidelijk. Het biedt flink ongemak bij achterwaarts inparkeren.
Het uiteinde is roetzwart: wanneer de zuigerveren versleten zijn, dan ontstaat
er ruimte tussen zuiger en zuigerwand. De smeerolie sijpelt dan door naar de verbrandingskamer
en verbrandt daar. Het geeft roet op het uiteinde van de uitlaat. Misschien is
de auto zojuist komen aanrijden. Dan is die pijp nog gloeiend heet. Dan is het wel
even oppassen geblazen tijdens dit gedachteloos spel der liefde.
Het is een zwoele avond, midden jaren zeventig. De jongelui zijn
luchtig en stijlvol gekleed, de dames in mini, de heren in disco. Het wordt een
avond van duisternis, intimiteit,
erotiek en verlangen.