Andreas Blühm is algemeen directeur van het Groninger Museum. Ik ontmoette hem deze zomer op een zonnig terras
in Groningen. Een vriendelijke man.
Op 10 december vindt in het Groninger Museum de opening
plaats van de retrospectieve expositie David Bowie Is.
Dit spraakmakende, spectaculaire circus startte in 2013 in het Victoria and Albert Museum in Londen. Vervolgens
deed het Toronto, São Paulo, Berlijn, Chicago, Parijs en Melbourne aan. Groningen past in deze reeks van steden. Wereldwijd bezochten inmiddels meer dan een miljoen mensen David Bowie Is.
Niet mis.
De expositie biedt een compleet overzicht van de carrière
van Bowie. Het toont in een fascinerende context onder meer
handgeschreven songteksten, originele podiumkostuums, hoesontwerpen en zo veel
andere triviale curiosa.
Het belooft wat. Komt dat zien!
De laatste kans deze tentoonstelling te bezoeken is van 12
december tot en met 13 maart 2016 in het Groninger Museum. Dan zit de wereldreis
er op.
Blühm attendeerde ik
bij genoemde gelegenheid op een curieuze anekdote die mijn geliefde Groninger schrijver
Jean Paul Franssens in zijn
autobiografische bundel De wereld wil
bedrogen worden (1999) beknopt en intrigerend beschreef.
Franssens (1938-2002)
was een bon vivant die op een breed muzisch gebied van wanten wist: toneelregisseur,
operazanger, toneelschrijver, decorvormgever, beeldend kunstenaar, schrijver
van romans, gedichten, novellen, korte verhalen, tekenaar, schilder en wat al
niet. Voor niets draaide hij zijn hand om. Bowie heeft in zijn carrière er ook
voortdurend blijk van gegeven over de meest uiteenlopende artistieke kwaliteiten
te beschikken.
Toevallig trof ik Blühm enkele weken later weer. Hij bleek genoemde bundel er inmiddels op
nageslagen te hebben en het frappante verhaal daarin te hebben gelezen. In kennelijke
haast deelde hij mee dat ik aan de lijst van genodigden voor de openingsavond van
deze expositie was toegevoegd.Een eer.
De persoonlijke uitnodiging daartoe ontving ik onlangs in een vierkante
enveloppe met daarop prominent de naam van het Groninger Museum en links daar onder, het logo van de verantwoordelijke
organisatie, het Albert and Victoria
Museum London. Wist je niet beter
dan zou je je afvragen wat het treurig warenhuis V&D in godsnaam met deze
expositie van doen heeft.
In het voorwoord dat Blühm schreef in het bij deze expositie behorende magazine verwijst hij naar het verhaal van Franssens, niet zonder expliciete dankzegging aan degene die hem dit onder de aandacht bracht.
De rode lijntjes markeren het verhaal:
Ja, dat zullen boeiende avonden geweest zijn, daar in Dakar, bij de terloopse ontmoetingen tussen beide uomini universali.
Ja, dat zullen boeiende avonden geweest zijn, daar in Dakar, bij de terloopse ontmoetingen tussen beide uomini universali.