Bijna 10 jaar geleden trad de Amerikaanse indie-band My Morning Jacket op in VERA, club for the international pop underground
te Groningen. Het was een gedenkwaardige avond, zowel muzikaal als visueel.
Zondagavond 2 november 2003.
Destijds programmeerde VERA de hoofdact altijd wat aan de
late kant, rond 23.00 uur. Muziekliefhebbers die de volgende dag weer vroeg
voor werk, studie of wat dan ook uit de veren moesten, stelde je daarmee voor
een netelige keus. Inmiddels zijn de tijden veranderd. Dat zong Dylan al heel
lang geleden, maar dat betrof hele andere koek dan openingstijden.
We stonden vooraan, een beetje links van het podium en we zagen
vijf muzikanten die gedurende het hele concert, haaks voorovergebogen, hun gezicht
verborgen achter lang, dik en krullend haar, dat traag wuifde en veel versluierde.
Hoe dan ook, er stond een zichtbaar stevig collectief te musiceren. Op
onderstaande actuele foto van de band is hun coiffure strak naar achteren
getrokken: niets meer en minder dan vette rock & roll.
De muziek van My
Morning Jacket is bijzonder en zeer verscheiden. Op al hun albums horen we
duidelijk waaruit zij hun muzikale inspiratie putten: rauwe blues, melodieën en
instrumentatie uit folk en country, psychedelica, doo-wop en de gierende
gitaarrock, die van alle tijden is. Hun veelzijdige muziek kenmerkt zich met
een wat mysterieuze, melancholische en ijle ondertoon. Daartoe draagt de
galmende falsetstem van zanger Jim James sterk
toe bij.
In maart jl las ik in het Dagblad van het Noorden de
aankondiging dat op 20 juni 2012 My Morning Jacket een concert zou geven in
de kleine zaal van cultuurcentrum De Oosterpoort in Groningen. Een affiche dat gewag maakte van dit concert trof ik niet veel later onder meer aan op een regelkastje voor de
verkeerslichten op het Damsterdiep.
Muzikanten die de overstap maken van het kleinschalige
clubcircuit naar de wat grotere concertzalen, die schuwen het grote publiek niet. Dat
spreekt voor zich. Zakelijk valt daar veel voor te zeggen, maar mij tref je er
niet gauw: ik koester de kleine onbekende muzikale parels, die op de kleine, wat intiemere podia hun werk doen. Het concert van My
Morning Jacket op die gedenkwaardige zondagavond, bijna negen jaar geleden,
heeft destijds veel indruk op me gemaakt. Ik besloot dan ook naar hun concert in
De Oosterpoort te gaan, ondanks De Oosterpoort.
In de voorverkoop was ik er als de kippen bij. Dat moge
blijken uit het nummer van mijn ticket:
Het programma begon al vroeg. Geen rekening gehouden
met het feit dat dit soort acts zich altijd laat voorgloeien met muzikale
overbodigheid. Ook hier: King Dalton.
Ik zocht dan ook vlot de lounge, nam er een glaasje bier en keek verwonderd
naar de digitale billboards die om me heen de komende concerten in De
Oosterpoort aankondigden: onder meer Steve
Miller en Don McLean. Beiden
verdienden hun muzikale sporen in de eerste helft van de jaren ‘70. Maar wat hebben ze na
veertig jaar in dit theater te zoeken, vraag je je dan af. In het kader
van bezuinigingen, die ook deze culturele sector fors raken, is een programmering
van dit soort gasten voor De Oosterpoort lekker veilig. Daar kun je je immers geen
buil aan vallen. Merkwaardig dan ook dat My
Morning Jacket daarentegen óók geprogrammeerd staat. Zakelijk gezien nogal
riskant. En dat bleek, want de belangstelling voor dit concert was matig. Een
handje vol volk van zeer uiteenlopend pluimage kwam er op af. In de Verenigde
Staten vullen ze echter ieder stadium,
hoe groot dan ook. Dit is nogal opmerkelijk gelet op deze passage die ik
Rolling Stone van 2 oktober 2002 op pagina
44 aantrof: ‘Their first break, strangely, came when a DJ from the Netherlands
discovered MMJ’ first album, The Tennessee Fire’.
Maar goed, uiteindelijk liep de zaal toch nog mooi vol. Tijdens
het concert profileerde zanger Jim James
zich meer en meer als de man waar het hier uiteindelijk om te doen is; de band staat
in dienst van hem. Niettemin was het ook nu weer een verrassende, haast
verbijsterende avond. Hun eclectisch repertoire is van een zeldzame klasse en
van een fenomenale schoonheid; de grillige en onvoorspelbare structuur van hun
liedjes maakt hun muziek spannend: de ene verrassende climax volgt op de volgende.
Twee prachtige liedjes van deze avond laat ik niet
ongenoemd.
Allereerst Wonderful
(the way I feel). Jim James zet vrijwel akoestisch met een broze, breekbare
stem dit liedje in, de spanning is te snijden. Dan vult ineens een jankende
pedal steel guitar de stilte. Kippenvel. Samen gaan ze verder, bouwen het
liedje haast sentimenteel en in kitsch op en ronden het krachtig af: http://www.youtube.com/watch?v=ts922ocXdkk
En dan een
stevig, poppy liedje met in het refrein de sprankelende, dansende
pianoakkoorden uit Waterloo van ABBA (1974). Elvis Costello gebruikte
dezelfde in Oliver’s Army (1979).Ik stond naast de duizelingwekkende
mengtafel van de band en vroeg de man, die er aan de knoppen draaide en aan de
schuiven schoof, naar de titel ervan: X-mas Curtain! Dat antwoord deugde van geen kant: het kon
van alles wezen, behalve dat. Dat wist ik beter dan hij. De titel is me nog steeds een raadsel.
Het werk van My
Morning Jacket laat zich kernachtig definiëren als magische kampvuurmuziek. Het is een grootse band met een unieke en
sensationele allure. Nog even, dan worden ze groter. Misschien wel meer dan
dat.
Laten we het niet hopen.